Zo kies je isolerende raambekleding die echt verschil maakt

Een groot deel van de warmte in huis gaat via je ramen verloren. Glas isoleert minder goed dan een muur, waardoor een kamer snel afkoelt zodra het buiten kouder wordt. Zeker bij oudere woningen of grote raampartijen merk je dat direct: koude lucht langs het raam, een kil gevoel bij de bank en een verwarming die vaak aanslaat. Wat veel mensen als “tocht” ervaren, is in werkelijkheid vaak koudeval: lucht die langs het koude glas afkoelt, zwaarder wordt en naar beneden zakt. Met de juiste isolerende raambekleding, ook voor lastige ramen zoals met raambekleding voor een draaikiepraam kun je dat warmteverlies en die koudeval flink beperken, zonder verbouwing of nieuwe kozijnen. Je pakt een zwakke plek in je huis aan en maakt het tegelijk gezelliger en mooier. Uit metingen en praktijksituaties blijkt dat goed sluitende isolerende raambekleding het warmteverlies via ramen grofweg met zo’n 10 tot 25% kan verminderen. Die hogere besparingen haal je vooral bij enkel glas of ouder dubbel glas; bij modern HR++ of triple glas ligt de nadruk meer op extra comfort en het stoppen van het laatste beetje koudeval, dan op grote energiewinst.

Waarom raambekleding zoveel uitmaakt voor het binnenklimaat

Raambekleding doet veel meer dan alleen je raam aankleden. Zeker omdat glas een stuk minder goed isoleert dan een muur, helpt elke extra laag mee om warmte binnen te houden. Zodra raambekleding strak langs het raam en het kozijn sluit, ontstaat er een extra laag tussen glas en kamer. In die laag blijft lucht staan en stilstaande lucht isoleert. Daardoor neemt koudeval af, voelt het minder tochtig bij het raam en koelt de ruimte minder snel af. De verwarming hoeft minder vaak aan om dezelfde temperatuur vast te houden.

Heb je draaikiepramen, dan wil je het gemak daarvan niet kwijt. Daarom is er speciale raambekleding voor een draaikiepraam die met het raam meebeweegt en toch goed aansluit. Zo kun je blijven ventileren en schoonmaken, terwijl je wel extra isolatie toevoegt. Juist bij dit soort ramen, die je vaak kantelt of kiept, merk je het verschil tussen raambekleding die alleen mooi hangt en raambekleding die echt helpt om koudeval en warmteverlies te beperken.

Welke soorten raambekleding het meeste isoleren

Niet elke soort raambekleding heeft dezelfde isolatiewaarde. Het comfort neemt bij alle varianten toe, maar thermisch gezien zijn er duidelijke verschillen.

Plisségordijnen en vooral de varianten met een honingraatstructuur (zoals Duette), zijn een van de beste keuzes als je gericht naar isolatie kijkt. Door de plooien ontstaan luchtkamers. Die stilstaande lucht vormt een isolerende buffer tussen raam en kamer. Bij dubbele plisségordijnen heb je twee lagen stof met daartussen een extra luchtkamer. Dat remt koudeval in de winter en zorgt dat zonnewarmte in de zomer minder hard doorzet. Zeker bij grote ramen of glas op het noorden blijft de temperatuur in de ruimte rustiger en hoef je minder snel de thermostaat hoger te zetten.

Dikke, gevoerde gordijnen pakken vooral het gevoel van kou en koudeval langs grote ramen of een schuifpui aan. De voering werkt als extra isolatielaag en breekt de koude luchtstroom die langs het glas naar beneden zakt. De kamer voelt daardoor minder kil, ook al verandert de gemeten temperatuur soms maar beperkt. Belangrijk is dat gordijnen goed aansluiten aan de zijkanten en niet over de radiatoren hangen. Laat ze net boven de vloer eindigen, zodat je niet alleen de ruimte achter het gordijn verwarmt, maar echt de hele kamer. In termen van isolatiewaarde doen zware, goed geplaatste gordijnen het vaak beter dan standaard rolgordijnen of shutters met kieren.

Rolgordijnen isoleren vooral goed als je kiest voor een dichte, bij voorkeur verduisterende stof. Die laat weinig lucht en licht door en sluit redelijk strak tegen het raam aan. In de praktijk zie je echter dat er aan de zijkanten vaak nog kieren zijn waar lucht langs kan stromen. Daardoor neemt de koudeval wel af en wordt het comfortabeler, maar ligt de thermische isolatiewaarde (U-waarde) meestal lager dan bij dubbele plisségordijnen of echt zware, goed aansluitende gordijnen.

Wat isolerende raambekleding ongeveer oplevert

Hoeveel je precies bespaart, verschilt per huis. De bandbreedte van 10 tot 25% minder warmteverlies via het glas geldt vooral voor situaties met enkel glas of ouder dubbel glas, waar de ramen een grote zwakke schakel zijn in de schil van de woning. In een gemiddelde tussenwoning met een woonkamer en een slaapkamer met grote ramen kan goed gekozen isolerende raambekleding dan zorgen voor enkele tientallen tot rond de 100 m³ gas per jaar minder verbruik in die ruimtes samen, mits je de raambekleding ook echt actief gebruikt: ’s avonds en ’s nachts sluiten en overdag open als de zon schijnt. Bij een gasprijs van ongeveer 1 euro per m³ komt dat neer op zo’n 30 tot 100 euro per jaar, los van het extra comfort van minder koude hoeken en een rustiger temperatuur.

Bij modern HR++ of triple glas is het glas zelf al een stuk beter geïsoleerd. De besparing in kubieke meters gas zit dan eerder aan de onderkant van die bandbreedte. Daar draait isolerende raambekleding vooral om het maximaliseren van comfort: de laatste koudeval wegwerken, warmte door de zon beter kunnen reguleren in huis en het binnenklimaat nog gelijkmatiger en dus aangenamer maken. Je merkt het dan vooral aan hoe prettig de ruimte aanvoelt, niet alleen aan de energierekening.

Waar je op let bij het maken van je keuze

De vraag of isolerende raambekleding uiteindelijk echt doet wat je ervan verwacht, hangt ook af van een paar praktische keuzes. Net als bij het isoleren van het dak draait het om goede aansluiting en zo min mogelijk kieren. Maatwerk sluit strakker aan dan standaardmaten en laat minder kieren open, wat direct invloed heeft op de isolatiewaarde en de hoeveelheid koudeval. Het type raam speelt ook mee: een vast raam vraagt iets anders dan een draaikiepraam of een schuifpui en je wilt het raam nog makkelijk kunnen bedienen en schoonmaken zonder dat alles in de weg hangt. Kijk daarnaast goed naar de plek van radiatoren en convectorputten; als die achter lange gordijnen verdwijnen, gaat een deel van de warmte verloren achter de stof.